Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [8]Te dien dage zal des HEEREN [9]SPRUIT [10]zijn tot sieraad en tot heerlijkheid, en [11]de vrucht der aarde [12]tot voortreffelijkheid en tot versiering [13]dengenen, die het ontkomen zullen in Israel. 8. Te weten na de bovenverhaalde ellenden; of nadat vervuld zal zijn wat God gedreigd heeft. Dit wordt hier bijgevoegd tot vertroosting van het volk; zie boven hfdst.1 vs.26. 9. Te weten, Jezus Christus. Vergelijk hfdst.11 vs.1; Jer.23:5, en Jer.33:15; Zach.3:8, en Zach.6:12, met de aantekening. 10. Dat is, zij zal sieraad of heerlijkheid aanbrengen. 11. Dat is, Christus, die mens van Maria hier op aarde zal geboren worden, als de tronk van Isai, of van David, tot aan den wortel zal afgehouwen zijn, hfdst.11 vs.1. 12. Of, tot uitnemendheid, of tot hoogheid. De profeet voorzegt hier dat Christus niet alleen in en voor zichzelven, maar ook voor zijne gemeente, voortreffelijk en sierlijk zou zijn, welke Hij zijn hemelse schoonheid zal deelachtig maken, nadat Israel in verdrukking en verachtzaamheid zou zijn vervallen; zie het Hooglied van Salomo op verscheidene plaatsen, van de heerlijkheid en sieraad der Bruid sprekende. 13. Hebreeuws, de ontkoming Israels; dat is, dengenen, die de voorverhaalde straffen ontkomen zouden.